Wet- en regelgeving

Status wetswijziging Wet op het Bevolkingsonderzoek (WBO):

In de zomer van 2018 is de internetconsultatie van de Wet op het Bevolkingsonderzoek (WBO) afgerond. Verkregen input is inmiddels door het ministerie van VWS verwerkt in een aangepaste wettekst. Op welke punten het ministerie de wettekst heeft aangepast naar aanleiding van de internetconsultatie, wordt op dit moment nog niet gedeeld met het werkveld. Het vervolg ziet er naar verwachting als volgt uit.

  • Deze aangepaste wettekst is 10 juli jl. voorgelegd aan de Raad van State.
  • Vervolgens gaat deze ter beoordeling en aanpassing naar de staatsecretaris welke de concept wettekst dan naar de tweede kamer stuurt. Daar zal het tijdens een debat over deze concept wettekst (wetsoverleg) worden besproken en bediscussieerd.
  • Na behandeling in de Tweede Kamer volgt behandeling in de Eerste Kamer. Hierna vindt definitieve invulling en besluitvorming plaats en is het geldende wetgeving.  Naar verwachting zal dit punt eind 2020 bereikt zijn.
  • Na behandeling in de eerste kamer, ervanuit gaande dat er een nieuwe wet komt, zal het ongeveer een jaar duren voordat de wet geïmplementeerd is. M.a.w. het realistisch te veronderstellen dat de wet niet eerder dan begin 2022 dient te zijn geïmplementeerd.

 

Voor onze branche zijn in het kader van de wetswijziging de volgende punten van belang:

  • Verdere optimalisatie van de richtlijn MR-PMO, parallel aan behandeling van het wetsvoorstel.
  • Op het moment van dat het ministerie het conceptwetsvoorstel WBO in de tweede kamer inbrengt (dit is tevens het moment waarop de concept wettekst weer openbaar wordt na de internetconsultatie), dienen we als branche de juiste accenten die van belang zijn voor de ontwikkeling van een volwassen professioneel vakgebied, neer te kunnen leggen bij de tweede Kamerleden waardoor er een juist gewogen verhouding kan ontstaan tussen de MR-PMO en de WBO.

Op de site van de Raad van State staat nog niets vermeld (alleen nog status aanhangig).

https://www.raadvanstate.nl/adviezen/?zoeken=true&Zoe_Selected_facet%3ASoort+advies=27&zoeken_term=wet+op+het+bevolkingsonderzoek&pager_rows=10

 

Hieronder een handige site om erbij te houden om het pad van een wetsvoorstel te volgen.

https://www.parlement.com/id/vh8lnhrogvuy/de_weg_van_een_wetsvoorstel

 

Constructieve contacten met VWS, een bezoek aan de Staatsecretaris Blokhuis

Een delegatie van het bestuur is op 28 mei jl. op bezoek geweest bij staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Paul Blokhuis. VWS is zeer content met de NVvPG als aanspreekpunt voor de branche en gaf aan verheugd te zijn met (een aanscherping van) de MR-PMO. Dit vanwege het gedeelde belang om op deze wijze de veiligheid van burgers en gebruikers te borgen en de kwaliteit van de bijbehorende dienstverlening transparant en toetsbaar te houden/maken. Het contact met VWS verloopt derhalve constructief en positief.  Op het moment van dit bezoek diende de concept wettekst nog voorgelegd te worden aan de Raad van State.

In dit gesprek hebben we gebruik gemaakt van de gelegenheid om onze zorgpunten m.b.t. de voorgestelde aanpassingen van de Wet op het Bevolkingsonderzoek (WBO) te bespreken, zijnde:

  • Wijziging van de huidige tekst welke een categorisering van preventief gezondheidsonderzoek duidt, waarbij er “gerede” kans is op het vaststellen van een ernstig onbehandelbare nevenbevinding. Dit zou kunnen betekenen dat een dergelijk onderzoek per definitie vergunning plichtig is. Dit zal zijn weerslag hebben op bijvoorbeeld bijna alle beeldvormend onderzoek, maar ook op bijvoorbeeld eenvoudig bloed, urineonderzoek en oog onderzoek.  Vele relatief eenvoudige onderzoeken krijgen dan een vergunningsplicht. Dit gegeven zal naar onze mening de toegang van de burger naar dergelijk onderzoek eerder zal beperken dan verruimen. Wij hebben erop aangedrongen om de term “gerede kans” te vervangen door “aanzienlijke kans”. Daarmee vallen vele onderzoeken binnen de duiding van de WBO (categorie 2) echter vereisen geen vergunningsaanvraag bij het ministerie van VWS.
  • Onze zorgen over het vergunningen traject. Zijnde het traject en bijbehorende processtappen indien een aanbieder daadwerkelijk diensten verleent welke in een vergunningsplichtige categorie vallen. De criteria hiervoor zijn nog onduidelijk en gezien de standpunten van de gezondheidsraad m.b.t. preventief gezondheidsonderzoek, mag het vergunning traject niet het middel worden om toegang tot preventief gezondheidsonderzoek oneigenlijk te reguleren.
  • Verdere optimalisatie van de richtlijn MR-PMO. Voor de ontwikkeling van de richtlijn is het van belang dat de medische beroepsgroepen, verenigd in de KNMG, ook worden betrokken. Echter, de KNMG heeft tot op heden aangegeven geen nieuwe bijdrage te willen leveren aan een aanpassing. Het ministerie heeft toegezegd hierin te bemiddelen.